Advies over klimaat- en milieubeleid Plan International

Plan International is een ontwikkelingsorganisatie die kwetsbare kinderen (vooral meisjes en jonge vrouwen) in meer dan 75 landen ondersteunt. Klimaatverandering en andere vormen van milieudegradatie hebben vooral een grote negatieve impact op vrouwen en kinderen (met name meisjes). Enerzijds worden zij disproportioneel geraakt door toegenomen armoede, verminderde toegang tot natuurlijke hulpbronnen, onderwijs en fatsoenlijk werk en allerlei sociaaleconomische ontwikkelingen in hun gemeenschappen. Klimaatverandering en milieudegradatie leiden ertoe dat dat steeds meer mensen moeten vluchten en meisjes en jonge vrouwen zijn het meest kwetsbaar binnen deze groepen. Bovendien heeft een instroom van klimaatvluchtelingen van elders met name veel effecten voor vrouwen en kinderen die al in het gebied aanwezig zijn. Anderzijds kunnen inspanningen om de gevolgen van klimaatverandering en andere vormen van milieudegradatie ook mogelijkheden voor meisjes en jonge vrouwen met zich meebrengen (bijvoorbeeld ‘groene’ banen en ‘rolmodellen’).

Plan International heeft een Global Environmental Policy (2022-2025) ontwikkeld voor de wijze waarop met dit soort uitdagingen omgegaan zou kunnen worden. Plan International in Nederland  heeft CREM gevraagd om dat globale beleid te operationaliseren en te integreren in het Strategische Plan (2021-2025).

In de eerste plaats hebben we ons gericht op de interne processen van de organisatie. We hebben strategische en praktische aanbevelingen gegeven met betrekking tot energiegebruik, internationale zakenreizen, woon-werkverkeer, binnenlandse reizen, data-opslag, inkoop, bank- en verzekeringsdiensten, papiergebruik en afvalmanagement. Binnen deze aandachtgebieden blijkt de klimaatimpact van internationale zakenreizen dominant en vooral aan de vermindering daarvan moet prioriteit worden gegeven.

In de tweede plaats hebben we ons gericht op klimaat- en milieu-issues verbonden aan de projecten en programma’s van Plan International. Vooral op dat gebied kan de organisatie een substantiële impact realiseren, vooral op lokaal niveau. Strategische en operationele aanbevelingen hebben we gerelateerd aan vier pijlers:

  1. Aanpak van potentiële negatieve milieu-impacts van nieuwe projecten en programma’s
  2. Aanpak van potentiële negatieve milieu-impacts van lopende projecten en programma’s
  3. Versterking van de milieurelevantie van nieuwe projecten en programma’s
  4. Versterking van samenwerking met de private sector, eventueel samen met een milieu-NGO

Voor alle aanbevolen activiteiten hebben we een SMART Actieplan met prioriteiten ontwikkeld.

Meer informatie: Victor de Lange